05. Bedrijfsvoering

Algemeen

De bedrijfsvoeringsparagraaf geeft aanvullende informatie op het programma bedrijfsvoering.

Uitgangspunten

De loonsomraming voor 2019 is gebaseerd op de formatie die de directie voor het jaar 2018 heeft vastgesteld. Vertrekpunt voor de loonsom is het salarispeil eind 2018. In de meerjarenprognose was rekening gehouden met een salarisontwikkeling van +2 %. Naar aanleiding van de verschenen circulaires van het Rijk is deze salarisontwikkeling bijgesteld naar +3,5 %. Deze stijging is bedoeld om de effecten van de nieuwe Cao Gemeenten op te kunnen vangen. Daarnaast heeft het ABP eind juni 2018 een eerste inschatting afgegeven met betrekking tot de ontwikkeling van de pensioenpremie voor 2019. Volgens deze voorlopige inschatting stijgt de pensioenpremie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen in 2019 met 2,2 % (70 % voor de werkgever). Met beide ontwikkelingen is in de loonsomraming voor 2019 rekening gehouden.

Verder is rekening gehouden met de gevolgen van jaarlijkse periodieke verhogingen. Naast de loonsom is voor beheerskosten binnen de bedrijfsvoering een aantal normbedragen van toepassing. Zo bedraagt het budget voor vorming en opleiding 1,38 % van de loonsom. Voor vergoedingen en toelagen aan het personeel is een (gemiddeld) bedrag van € 118 per fte beschikbaar. Voor de overige personeelskosten per team is gerekend met een bedrag van € 248 per fte. De toegepaste prijsindex op de prijsgevoelige bedrijfsvoeringsbudgetten bedraagt 2,5%. 

Voor de prognoses 2020-2022 is als aanname rekening gehouden met een loon- en prijsontwikkeling van beide jaarlijks 2 %.

Verder zijn voor het oplossen van personele knelpunten in de gemeentelijke bedrijfsvoering extra middelen opgenomen. Deze middelen zijn onder andere bestemd voor het sociaal domein, het beheer van de ict-omgeving, nog niet realiseerbare bezuinigingstaakstellingen en het Duurzaamheidscentrum.

In 2014 en 2015 is besloten tot samenwerking op het terrein van de Belastingen en de Personeels- en salarisadministratie tussen de gemeenten Aa en Hunze, Assen en Tynaarlo. Het betreffen samenvoegingen, waarbij het werk vanuit één gemeente plaatsvindt en de medewerkers van de drie gemeenten één team vormen. Deze samenwerkingen zijn op 1 november 2015 van start gegaan. De betreffende medewerkers zijn sindsdien voor een periode van ruim twee jaar gedetacheerd geweest, in afwachting van een keuze voor een definitieve vorm. Met ingang van 1 april 2018 zijn de medewerkers die gedetacheerd waren in dienst getreden bij de gemeenten waar zij feitelijk hun werkzaamheden uitvoeren. De kosten en de bijbehorende kostenverdeling van de samenwerking zijn opgenomen in samenwerkingsovereenkomsten. Door het uit dienst treden bij de gemeente Assen is de formatie met bijbehorende personeelskosten als gevolg hiervan gedaald. De betreffende budgetten zijn aangepast en omgezet naar kosten van derden en opgenomen binnen de programma’s Wonen, Bedrijfsvoering en Algemeen financieel beleid. Deze aanpassing is in zijn geheel budgettair neutraal verwerkt in de begroting. 

Wijzigingen als gevolg van het BBV

Met ingang van 2017 is de nieuwe BBV-regelgeving in werking getreden. Voor wat betreft de bedrijfsvoering heeft de nieuwe regelgeving met name effect op de wijze waarop de overhead moet worden bepaald, toegerekend en gepresenteerd. Deze wijzigingen zijn, ook in deze paragraaf, integraal verwerkt. De kosten van de bedrijfsvoering zijn gesplitst in directe taken en ondersteuningstaken (overhead). Hiervoor zijn diverse tabellen opgenomen in deze paragraaf. Voor wat betreft de toerekening van de bedrijfsvoeringskosten aan de taakvelden is een overzicht opgenomen van de personele inzet op deze taakvelden.

 

Middeleninzet bedrijfsvoering

1 middeleninzet

Personeelskosten + € 0,2 miljoen

Bij de bepaling van de loonsom is rekening gehouden met salaris, autonome en formatieve ontwikkelingen.

De loonsom is toegenomen als gevolg van uitbreiding van de formatie om personele knelpunten te kunnen oplossen in de bedrijfsvoering. Zo is onder meer het management van het sociaal domein uitgebreid. Ook is extra formatie benodigd in het beheer van de ict-omgeving ten behoeve van het verhogen van de continuïteit van de ict-infrastructuur, om extra functionaliteiten te kunnen beheren en om nieuwe functionaliteit te kunnen ontwikkelen. 

Voor aansturing van het Duurzaamheidscentrum en het kunnen verrichten van baliewerkzaamheden en administratie is eveneens extra formatie benodigd. Een aantal voorziene bezuinigingsmaatregelen is nog niet realiseerbaar als gevolg van de verbeterde economische situatie, uitstel van de inwerkingtreding van nieuwe wetgeving of in afweging tot de personele frictiekosten die bij de realisatie zouden ontstaan.

Zoals al eerder aangegeven zijn de personeelskosten gedaald als gevolg van het per 1 april 2018 in dienst treden van de medewerkers Belastingen en Personeels- en salarisadministratie bij de gemeenten Aa en Hunze en Tynaarlo.

Bij de personeelskosten is tevens rekening gehouden met de financiële effecten van het Generatiepact. Ook zijn de effecten meegenomen van een voorziene (licht) dalende projectenportefeuille in 2019.

Beheerskosten -/- € 0,1 miljoen

Naar aanleiding van de resultaten in de jaarrekening 2017 zijn enkele budgetten naar beneden bijgesteld. De ict-kosten zijn toegenomen als gevolg van uitbreiding van het aantal licenties. Daarnaast zorgt een verbeterslag in het beheer en continuïteit van de ict-omgeving voor extra kosten.

Ook in de beheerskosten zijn de financiële effecten van de samenwerking in SDA-verband verwerkt.

Kapitaallasten + € 0,1 miljoen

De stijging van de kapitaallasten houdt verband met de aanschaf van energiezuinig materieel en investeringen in hardware.

Frictievoorziening

Voor dekking van de kosten van personele frictie, die zijn ontstaan als gevolg van bezuinigingen en organisatieontwikkelingen, is een voorziening getroffen. Begin 2018 was hiervan nog € 1,9 miljoen beschikbaar. De voorziening is bestemd voor dekking van de kosten van personeel vallend onder de noemer ‘van werk naar werk’. De frictievoorziening is toereikend om de financiële consequenties van medewerkers die eind 2017 boventallig waren op te kunnen vangen. De voorziening wordt zo nodig op de lopende verplichtingen bijgesteld.

Inkomsten - € 0,3 miljoen

Deze mutatie is het gevolg van een daling van het aantal gedetacheerde medewerkers bij Vaart Welzijn en de reeds gememoreerde ontwikkelingen in SDA-verband.

Kosten directe bedrijfsvoering en kosten ondersteuning (overhead)

Onderstaande tabellen geven inzicht in de omvang van de bedrijfsvoeringskosten van het primair proces en de kosten van overhead. Personeelskosten van medewerkers en overige kosten die direct verband houden met de uitvoering van het beleid worden gerekend tot de directe kosten. Alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces worden gerekend tot de overhead. Deze kosten bestaan uit alle loonkosten van de zogenaamde PIOFACH-functies (Personeelszaken, Informatievoorziening, Organisatie, Financiën, Automatisering, Communicatie en Huisvesting), ict-kosten, huisvestingskosten, uitbestedingskosten bedrijfsvoering en rentekosten die niet zijn toe te rekenen aan het primaire proces.

Directe bedrijfsvoering en ondersteuning

2 kosten directe

3 kosten ondersteuning

In de tabel overheadkosten zijn geen huisvestingskosten opgenomen. Huisvesting die wordt gerekend tot de overhead heeft betrekking op kantoorruimten. Dit zijn ruimten voor de uitvoering van de algemene taken van de gemeentelijke organisatie. Deze kosten vallen onder het programma Vastgoed. Dit betreft een totaalbedrag van nagenoeg € 2 miljoen. De totale lasten van de ondersteuning (overhead) ten behoeve van het primaire proces bedragen daarmee circa € 22 miljoen. 

4 specificatie overhead

Toelichting kosten overhead

Tussen de verschillende onderdelen van de overheadkosten zijn enkele verschuivingen opgetreden doordat een aantal kostencomponenten als gevolg van een aanpassing in de organisatiestructuur van de ondersteunende teams beter toewijsbaar zijn geworden aan de betreffende onderdelen. In totaliteit zijn de overheadkosten ongeveer op hetzelfde niveau gebleven.

5 toerekening

Projectmatige dekking

In de personeelskosten is rekening gehouden met de voorziene projectenportefeuille voor 2019. Dit vertaalt zich in een bijgestelde toerekening van bedrijfsvoeringskosten aan projecten, investeringen en grondexploitaties.

Effect op programma Bedrijfsvoering

Alle hiervoor genoemde ontwikkelingen hebben per saldo geleid tot een uitzetting van € 1,3 miljoen (+ 2,8 %) op het programma Bedrijfsvoering (directe en ondersteunende taken).

 

Personeelsformatie

6 personeelsformatie

Ontwikkeling personeelsformatie

Ten opzichte van 2018 is de totale personeelsformatie afgenomen met 39 fte. Deze daling is het gevolg van het vervallen van tijdelijke extra capaciteit ten behoeve van het oplossen van personele knelpunten, een afname van de projectcapaciteit en het uit dienst treden van de medewerkers Belastingen en Personeels- en salarisadministratie. Bij enkele organisatieonderdelen is de formatie toegenomen (onder andere management sociaal domein, ict-beheer en het Duurzaamheidscentrum).

7 formatie

 

Personele inzet op taakvelden

Met ingang van de begroting 2017 is een aantal financiële stelselwijzigingen doorgevoerd, om de met de vernieuwde begrotings- en verantwoordingsvoorschriften beoogde verbetering van stuurinformatie voor de raad tot stand te brengen.

De invoering van een uniforme set taakvelden was één van deze wijzigingen. De bestaande programma- en productindeling is echter gehandhaafd als basis voor allocatie, autorisatie en verantwoording. Binnen de bestaande programma-indeling worden de totale bedrijfsvoeringskosten toegerekend aan het programma Bedrijfsvoering. Ondanks dat de kosten van de bedrijfsvoering volledig worden toegerekend aan het programma Bedrijfsvoering, geeft de volgende tabel inzicht in de personele inzet per taakveld.

Deze tabel is afgeleid van de personele inzet per programma en beleidsthema, zoals deze is opgenomen in de begroting. Niet alle taakvelden zijn opgenomen in dit overzicht, omdat niet alle bestaande beleidsthema’s gerelateerd zijn aan een taakveld. Alle bedrijfskosten die direct verbonden zijn aan activiteiten/taken/producten die gericht zijn op de externe klant, zijn aan de betreffende taakvelden toegerekend. De overhead is verantwoord op een separaat taakveld binnen het hoofdtaakveld Bestuur en ondersteuning.

8 personele inzet taakvelden

 

8 pers2

8 pers3

Investeringen

9 investeringen bedrijfsmiddelen

 

Meerjarenprognose bedrijfsvoering

10 mjp