Hoofdlijnen beleid
Wonen in Assen
We bereiden de invoering van de Omgevingswet voor. Deze wet betekent een grote en belangrijke transitie van de ruimtelijke ordening. We zorgen voor voldoende plancapaciteit voor woningbouw. Woningbouw-projecten zijn in uitvoering of worden voorbereid. We actualiseren het inzicht in de woonvraag met een nieuw woningmarktonderzoek. Ook optimaliseren we het proces rond bouwvergunningen.
We onderzoeken met onze samenwerkingspartners de doorontwikkeling van Mijn Buurt Assen. Er is een subsidieregeling gepubliceerd voor de regie op het beheer van de bossen en natuurterreinen en de programmering van het Duurzaamheidscentrum Assen. Er is voor de nu bekende plannen in de Oude Molenbuurt, Lariks en Assen Oost extra geld nodig. We maken een plan voor ontmoetingsplekken en speelvoorzieningen. Wij blijven inzetten op betaalbaar begraven. We werken aan meer natuurlijk beheer. Bij mobiliteit staat de fiets op één; fietsroutes worden waar nodig verbeterd en bij voldoende middelen wordt de fietssnelweg gerealiseerd. We richten ons op instandhouding van goed binnenstedelijk openbaar vervoer. Er komt een nieuw uitvoeringsprogramma duurzaamheid. Het Asser servicekostenmodel werken we verder uit. Als de subsidieaanvraag wordt gehonoreerd kunnen we versneld aan de slag met het aardgasvrij maken van een bestaande wijk.
Werken in Assen
In 2019 willen we meer mensen met arbeidsperspectief bemiddelen naar regulier werk. Voor mensen die niet in de reguliere arbeidsmarkt kunnen werken, werken we met specifieke aanpakken en een verrijkte infrastructuur om hen te bemiddelen naar begeleid werk, vrijwilligerswerk of activering. Meetellen en zelfstandig zijn staan voorop. Voor mensen die niet zelfredzaam zijn is er een vangnet. We herijken de kaders voor de uitvoering van de Participatiewet op de veranderende economie en het belang van Meedoen.
Vanuit de behoefte om te anticiperen op een veranderende arbeidsmarkt en om zoveel mogelijk Assenaren toekomstgericht op te leiden stellen we een agenda op voor de verbinding tussen overheid, ondernemers en onderwijs. Daarnaast werken we intensief samen om het mbo- en hbo-onderwijs in Assen te behouden en vraaggericht door te ontwikkelen.
We gaan de economische agenda uitvoeren die samen met onze partners is opgesteld. Deze vormt de strategische basis voor de economische structuurversterking en het behouden en creëren van werkgelegenheid in Assen. Niet alleen gericht op de stad, maar ook in verbinding met de regio. We spelen daarmee in op de maatschappelijke opgaven en transities die gaande zijn en innoveren door in te spelen op trends en ontwikkelingen. Een vitale binnenstad en een duidelijk economisch profiel bieden ruimte voor de verdere ontwikkeling van de lokale en regionale economie.
Meedoen in Assen
We investeren in 2019 in de ontwikkeling van problematiseren naar normaliseren Hulp en ondersteuning bieden wij waar het echt nodig is door snel, toegankelijk en vraaggericht te werken. Hiervoor zetten wij de uitvoering integraal op. Kwaliteit en continuïteit van zorg zijn belangrijk, maar de kosten en uitgaven moeten in balans worden gebracht. Hiervoor sturen wij sterker op aanbieders en het maatschappelijke veld door meer focus op preventie en lichte ondersteuning te leggen en minder op dure specialistische hulp en ondersteuning. Waar mogelijk investeren we in collectieve voorzieningen om de vraag naar individuele voorzieningen te verminderen.
2019 staat ook in het teken van de voorbereiding een nieuwe aanbesteding van zowel welzijn, Wmo en Jeugdhulp voor de jaren 2020-2023. De evaluatie van de inkoop jeugd en Wmo in het samenwerkingsverband Noord-Midden Drenthe is eind 2018 geëvalueerd. Voor Vaart Welzijn is in het najaar van 2018 een mid-term review uitgevoerd. Beide evaluaties leveren input voor de nieuwe aanbestedingsronde, evenals de Cliëntervaringsonderzoeken. Met de grote zorgaanbieders Jeugd wordt begin 2019 een transformatieakkoord gesloten, wat mede de uitgangspunten voor de inkoop bepaalt. Een brede marktconsultatie met zorg en onderwijs maakt deel uit van het proces.
Maatschappelijke resultaten zijn meer en meer de resultante van de samenwerking met sociale partners. De rol van de gemeente is om een goed samenspel te faciliteren tussen inwoners, vrijwilligers, professionals en hun betrokken maatschappelijke organisaties. Hiermee willen wij de verschillende decentralisaties in samenhang verbinden aan andere beleidsdomeinen zoals het beleid in de wijken, sport, onderwijs en welzijn. Wij starten hiervoor een preventiefonds, waar sociale partners en inwoners gebruik van kunnen maken. Daarnaast sluiten wij in samenwerking met verschillende Drentse gemeenten en sociale partners een aantal transformatieakkoorden. De transformatie wordt gesteund door projecten met financiering via experimenteerruimte.
Aantrekkelijk Assen
Er ligt een opgave. We willen de binnenstad verder versterken. Voorzieningen zoals het Drents museum, DNK, parkeerfaciliteiten en goede bereikbaarheid vormen een goede basis voor verdere ontwikkeling van een aantrekkelijke binnenstad. In 2018 is Vaart in Assen (ViA) opgericht als nieuwe binnenstadsorganisatie. Op basis van een gezamenlijke werkagenda geven we samen met ViA verder invulling aan de opgaven zoals benoemd in de visie Binnenstad. We herijken het parkeerbeleid voor de binnenstad binnen de context van de visie Binnenstad.
We staan in Assen voor een bloeiend cultureel klimaat waarin cultuur bereikbaar is voor iedereen, in alle wijken en voor jong en oud. Voortbouwend op de bestaande basis gaan we cultuur nog meer verbinden met andere maatschappelijke terreinen. Verder gaan we onderzoeken hoe we op de meest efficiënte wijze ruimte kunnen bieden aan de activiteiten op het gebied van kunst en cultuur. Met het nieuwe evenementenbeleid sluiten we aan bij de sterke punten van Assen, waarbij we evenementen tevens in toenemende mate willen inzetten om specifieke groepen mensen te activeren.
Wij willen dat Assen een veilige stad is en blijft. Het algemene beeld is dat de criminaliteit in de stad daalt, maar dat de overlast stijgt, in het bijzonder de overlast van bijzondere doelgroepen zoals mensen in psychische nood. We willen dat de stijgende trend van overlast daalt. Net als in 2018 regisseren wij daarom de geïntensiveerde aanpak van overlast in de stad. Wij zetten de aanpak van ondermijnende criminaliteit centraal.
Samen werken aan Assen
Ons uitgangspunt bij het ontwikkelen van beleid en strategische keuzes is het aangaan van de dialoog tussen raad, college en inwoners. We beogen een cultuur waarbij bestuurlijke dilemma’s optimaal kunnen worden besproken met de raad en betrekken raadsleden in een vroegtijdig stadium bij het maken van beleid. Het programma Organisatieontwikkeling geeft invulling aan het verhaal van Assen en de daaruit voortvloeiende hoofdlijnen.
We werken actief samen binnen de G40 en de VNG.
We blijven inzetten op een toekomstgerichte dienstverlening die aansluit bij de behoeftes en wensen van inwoners en ondernemers. Waar mogelijk vereenvoudigen we regels of passen we regels aan. In het programma Digitale dienstverlening werken we aan een integraal proces- en klantbeeld en de opbouw van een digitaal archief.
Bedrijfsvoering
Om een communicatieve en open bestuurscultuur te ontwikkelen investeren we de komende jaren extra in de ambtelijke dienst. Er komt een programma Organisatieontwikkeling om te voldoen aan het gevraagde aan de ambtelijke organisatie in ‘Het verhaal van Assen’. De hoofdthema’s hierin zijn: een heldere communicatie via alle kanalen, digitale en technische mogelijkheden (met ondersteuning van nieuwe manier van werken) en mensenwerk (waarbij we onder andere investeren in nieuwe competenties en vaardigheden). Samen met de ambtelijke organisatie gaan we inventariseren waar extra capaciteit en expertise nodig zijn.
Bij het vervangen van voertuigen onderzoeken we telkens de mogelijkheden van verduurzaming. We pionieren met elektrische en waterstof aangedreven voertuigen, die momenteel zo’n twintig tot dertig procent duurder zijn dan de conventionele. Wanneer de begroting niet passend is, leggen we voorstellen bij de raad neer.
Ons vergunningenproces is bijna volledig gedigitaliseerd. De digitalisering van het bouwarchief zal voor de dienstverlening een verbetering kunnen betekenen.
We gaan extra investeren in ict. Dit doen we om de ict veilig en stabiel te houden. Daarmee kunnen we een betrouwbare dienstverlening blijven leveren. Extra investeren in ict is ook nodig om te kunnen inspelen op ‘Het verhaal van Assen’en de nieuwe bestuurscultuur.
In 2019 gaan we extra investeren in kennismaking tussen medewerkers van de gemeenten Aa en Hunze, Tynaarlo en Assen. We onderzoeken of samenwerking loont en welke vorm (projectmatig, samenvoeging of netwerkconstructie) daarbij past.
Vastgoed en grondbedrijf
Het gemeentelijk vastgoed- en grondbedrijf dient ter ondersteuning van het realiseren van de beleidsdoelstellingen zoals beschreven in de andere begrotingsprogramma’s.
Er vindt continu een afweging plaats tussen de vraag vanuit maatschappelijke partijen en het beschikbare gemeentelijke vastgoed. Ook worden er stappen gezet voor het verduurzamen van de gemeentelijke vastgoedportefeuille door het opstellen van een masterplan Verduurzamen en het voorbereiden en vanaf 2019 in uitvoering brengen van zes pilotprojecten.
De begroting voor het gemeentelijk grondbedrijf is aangepast op basis van het bestuursakkoord 2018, met aandacht voor Kloosterveen, Havenkwartier, Veemarktterrein, Toeristisch Recreatieve Zone en onze bedrijventerreinen zoals Messchenveld en Assen-Zuid.
Algemeen financieel beleid
Onze gemeentelijke financiële huishouding blijft de komende jaren sluitend. Via een combinatie van maatregelen hebben we ruimte vrijgemaakt voor realisatie van de plannen en ambities uit het bestuursakkoord ‘Samen Duurzaam Verder’. Daarbij is zowel gebruik gemaakt van de zoekrichtingen genoemd in de Kaderbrief 2019 als van ruimte die ontstaat als gevolg van economische groei en de verruiming van de grondslagen van het gemeentefonds. De verruiming van het gemeentefonds levert niet alleen voordeel op maar gaat ook gepaard met nieuwe financiële verplichtingen en risico’s. De integratie-uitkering sociaal domein vervalt en gaat met ingang van 2019 gefaseerd onderdeel uitmaken van de algemene uitkering. De middelen voor Beschermd wonen, Voogdij 18+ en de uitvoering van de Participatiewet blijven voorlopig nog als zelfstandige geldstroom voortbestaan. Beleidsuitvoering binnen de rijksmiddelen blijft voor het sociaal domein onveranderd uitgangspunt van beleid. We zetten ons bestaande fiscale beleid voort. De tarieven van de onroerendezaakbelastingen worden in 2019 enkel aangepast aan de inflatie. Het gemeentelijke weerstandsvermogen wordt verder op peil gebracht en de financieringspositie is op orde.
Financiële vooruitzichten
Financiële vooruitzichten
Algemene beleidslijn
We staan de komende jaren financieel gezien voor een uitdagende opgave. Realisatie van de plannen en ambities uit ons bestuursakkoord Samen Duurzaam Verder staan daarbij centraal. Gelijktijdig hebben we een zware financiële opgave in het sociaal domein te vervullen en doen zich ook op een aantal andere terreinen ontwikkelingen voor die om een oplossing vragen. Het is onze taak om in deze bestuursperiode de juiste balans en marsroute in de daaruit voortvloeiende financiële opgave aan te brengen en daarin direct vanaf de start en samen met de raad de juiste afwegingen en verantwoorde financiële keuzes te maken. Alleen op die manier kunnen we ervoor blijven zorgen dat de gemeentelijke huishouding in 2019 zowel als in de jaren daarna gezond en sluitend blijft. In dit hoofdstuk geven wij aan hoe wij daar invulling willen geven en tot welke resultaten dat leidt.
Financieel startpunt bestuursperiode 2018-2022
De Programmabegroting 2019 is de eerste begroting die wij in onze bestuursperiode ter bespreking en vaststelling aan de raad aanbieden. Hierin presenteren we de financiële beleidslijnen, de kaders die we hanteren, de beleidsmaatregelen en het tempo waarmee we in deze bestuursperiode aan de gemeente- brede financiële opgave invulling willen geven. Dat geldt voor de middelen die we daarvoor nodig hebben, en voor de wijze waarop we die middelen in totaalverband vanuit bestaande budgetten, via inzet van reserves en met behulp van externe inkomsten kunnen vrijspelen.
De programmabegroting 2019 vormt het financiële startpunt van deze bestuursperiode; de in de begroting gepresenteerde financiële vooruitzichten zijn richtinggevend voor de begrotingsontwikkeling in de komende jaren. Tussentijds - bij de jaarlijkse kaderbrief en de betreffende jaarbegroting - gaan we na of we op koers liggen, of en waar we moeten bijsturen en of er nieuwe ontwikkelingen zijn waar we rekening mee moeten houden. Via voorgangsrapportages en jaarrekeningen rapporteren we over stand van zaken en leggen we verantwoording af over bereikte resultaten en de daarvoor ingezette middelen.
Aanpak uitvoering Bestuursakkoord 2018-2022
We willen reëel en scherp budgetteren en de ons in deze bestuursperiode ten dienste staande middelen zo optimaal mogelijk benutten. Tegen die achtergrond hebben we de in de Kaderbrief 2019 gepresenteerde middeleninzet die nodig is om de ambities uit het bestuursakkoord Samen Duurzaam Verder te kunnen realiseren nogmaals tegen het licht gehouden, waar mogelijk bijgesteld en op onderdelen geherfaseerd. De uitkomst hiervan resulteert er niet in dat we de uitvoering van het bestuursakkoord temporiseren. Wel houden we bij het plannen en beschikbaar stellen van de financiële middelen rekening met voorbereidingstijd en de benodigde en de beschikbare personele capaciteit. Uitvoering van het bestuursakkoord omvat een investeringsopgave van € 19,8 miljoen. Voor realisatie van de andere ambities uit het akkoord is in deze bestuursperiode jaarlijks gemiddeld € 3,5 miljoen ruimte nodig. De na afronding uiteindelijk uit het akkoord voortvloeiende structurele uitzetting van de begroting bedraagt rond € 1,5 miljoen. Die is voor het eerst vanaf 2023 volledig aan de orde.
Financiële beleidslijn sociaal domein
Als het om reëel en scherp budgetteren gaat moeten we eveneens beoordelen welke financiële gedragslijn we in de bestuursperiode ten aanzien van de middeleninzet voor het sociaal domein willen volgen. Als we terugkijken naar het beeld van de Kaderbrief 2019 moeten we er rekening mee houden dat we in dit beleidsveld, zonder tegenmaatregelen, afkoersen op een structurele uitzetting van de begroting van meer dan € 5,0 miljoen. Tegen die achtergrond hebben wij ons in de voorbereiding van de begroting voor 2019 opnieuw beraden op de koers die we de komende jaren moeten gaan volgen om die ontwikkeling en de daaruit voor de financiën van de gemeente als geheel voortvloeiende problematiek beheersbaar te houden en in control te brengen.
Uitkomst van de afwegingen die we in dat verband hebben gemaakt is dat wij vooralsnog aan de bestaande budgettair neutrale gedragslijn willen blijven vasthouden. Wij hebben hierbij laten meewegen dat het om een landelijk fenomeen gaat, dat we hier als gemeente Assen niet uniek in zijn en zeker niet alleen in staan. De financiële problematiek waar veel gemeenten, nu de beleidsuitvoering in dit domein goed op gang is gekomen, mee worstelen, is in onze visie grotendeels terug te voeren op het feit dat het Rijk bij de start van de decentralisatie van deze voor de gemeenten nieuwe taken te weinig middelen aan hen heeft overgedragen. Ook de onzekerheid over, en het voortdurende gesleutel aan, verdeelmodellen hebben hier geen goed aan gedaan.
Wij zien ons in dit standpunt gesteund door de VNG en ook door de recente oproep die de G4 en de G40 aan het kabinet hebben gedaan om op korte termijn in het bijzonder voor beleidsuitvoering in de jeugdzorg extra middelen beschikbaar te stellen.
Het vrijmaken van middelen voor de vorming van een eenmalige knelpuntenpot van € 200 miljoen, voor de zogenoemde nadeelgemeenten, die bovendien ook nog eens voor de helft door de gemeenten is gevoed, is in onze ogen niet meer dan een ‘druppel op een gloeiende plaat’ en lost de financiële problemen in deze sector zeker niet op. Die vragen om een meer fundamentele financiële aanpak van dit probleem.
Het feit dat we vasthouden aan budgettaire neutraliteit betekent niet dat we zelf stil zitten. We zijn actief op zoek naar mogelijkheden om zelf de kosten in dit domein te beperken. In de raad van oktober 2018 hebben we de eerste resultaten van die zoektocht verkennend met de raad besproken. Het betrof een eerste aanzet. Met behulp van de extra middelen die de komende jaren op basis van het bestuursakkoord in het gemeentelijk preventie- en transformatiefonds beschikbaar komen, geven we verder invulling aan die zoektocht. We hebben de hiermee in verband te brengen financiële opgave bepaald op € 4 tot 5 miljoen op jaarbasis. Daar houden we vanaf 2020 in de financiële kaderstelling 2020-2022 ook rekening mee. Bij de voorbereiding van de Kaderbrief 2020 inventariseren we waar we staan en of we op schema liggen. Zo nodig stellen we dit kader in overleg met de raad bij. De nog in 2019 optredende meerkosten willen we in afwachting hiervan ten laste brengen van de vrije ruimte in onze reserves.
Motie begrotingsruimte
Ondertussen lichten we het in de begroting opgenomen aanvaarde beleid door en gaan zoek naar kansrijke opties waarmee we voor de komende jaren nieuwe financiële ruimte kunnen vrijspelen. We doen dat om wisselgeld achter de hand te hebben voor het opvangen van tegenvallers en tevens om zicht te krijgen op ruimte waarvan we verderop in onze bestuursperiode bij de invulling van het financiële beleid gebruik kunnen maken om mogelijke nieuwe knelpunten, beleidswensen en nu nog niet te voorziene ontwikkelingen op te lossen.
We geven daarmee verder uitvoering aan de bij de begroting 2018 door de raad aangenomen motie Begrotingsruimte en het naar aanleiding daarvan begin 2018 aan de raad gepresenteerde rapport Beïnvloeding begrotingsruimte 2018. Door het bestaande beleid periodiek kritisch onder de loep te nemen houden we de gemeentelijke financiële huishouding gezond. De bevindingen in het rapport vormen daarvoor mede de input.
Ontwikkelingen sinds de Kaderbrief 2019
Bij de Kaderbrief 2019 hebben we de bestaande budgetten en de toen geldende financiële prognoses in de volle breedte en op basis van de toen beschikbare informatie geactualiseerd. Aansluitend daarop zijn we als voorbereiding op de begroting en de beleidsinvulling voor 2019 nagegaan of en waar in het aanvaarde beleid en de bedrijfsvoering nog sprake is van knelpunten. En, of zich ontwikkelingen voordoen die bij de Kaderbrief 2019 nog niet waren voorzien, maar in de Programmabegroting 2019 alsnog een plek moeten krijgen. Aandachtspunt in dat verband is de exploitatie van het betaald parkeren en de daarin naar de toekomst te volgen financiële beleidslijn. Wij houden vast aan het bestaande financiële kader, met dien verstande dat we daaraan conform de afspraken in het bestuursakkoord € 0,3 miljoen structureel willen toevoegen, om het parkeerbeleid samen met ondernemers in de binnenstad en inwoners te herijken. Met deze financiële lijn hebben we in de begroting en de meerjarenprognose rekening gehouden. Verder lossen we in deze begroting nog een aantal knelpunten op in de bedrijfsvoering en het beheer en de exploitatie van het gemeentelijk vastgoed.
Financiële opgave 2019-2022 en dekkingsplan
De uitkomsten van de financiële exercities die we in de aanloop naar de begroting 2019 hebben uitgevoerd hebben we in het schema aan het einde van dit hoofdstuk in samengevatte vorm voor u op een rij gezet. We hebben ze afgezet tegen de prognoses die we voor de periode 2019-2022 in de Kaderbrief 2019 aan de raad hebben voorgelegd. De daaruit op basis van de huidige inzichten voortvloeiende jaarlijkse financiële opgave ligt, met inbegrip van de middelen die benodigd zijn voor de uitvoering van het bestuursakkoord 2018-2022, in de orde van grootte van € 11 tot € 12 miljoen op jaarbasis.
Voor wat betreft het invullen van deze opgave willen we zoveel mogelijk blijven aansluiten bij de zoek- en oplossingsrichtingen die we in de Kaderbrief 2019 hebben benoemd en aan de raad hebben voorgelegd. We hebben uit de bespreking van de Kaderbrief in de juliraad geconcludeerd dat u die aanpak onderschrijft. De voor de komende jaren voorliggende nieuwe financiële vooruitzichten geven ons ook geen reden om van die lijn af te wijken. Dat betekent dat we kijkend naar de aard en samenstelling van de voor ons liggende financiële opgave kiezen voor een mix die bestaat uit een pakket van incidentele, tijdgebonden en structurele dekkingsmaatregelen. Tijdgebonden impliceert in onze visie onder meer dat de betreffende ambities uit het bestuursakkoord waarvoor voor een tijdgebonden aanpak is gekozen ook daadwerkelijk in 2023 moeten stoppen omdat de dekking van de daarmee verbonden kosten vanaf dat jaar niet langer beschikbaar is.
Incidentele beleids-en dekkingsmaatregelen
Van de in 2019 in te vullen financiële opgave van € 11, 3 miljoen is in totaal € 5,2 miljoen incidenteel van karakter. Hiervan heeft € 4,4 miljoen betrekking op de in 2019 voorziene meerkosten in het sociaal domein. We stellen voor om deze meerkosten in 2019, in afwachting van de uitkomsten structurele aanpak, eenmalig ten laste te brengen van de algemene reserve. Vanaf 2020 worden voor dekking van deze kostenontwikkeling binnen het sociaal domein zelf maatregelen getroffen. Hiervoor is een maatregelen- pakket in voorbereiding.
Het resterende incidentele deel van de opgave 2019 van € 0,8 miljoen betreft eenmalige budgetten die we voor het komende jaar voor uitvoering van het bestuursprogramma in de begroting hebben opgenomen. Voor dekking van deze budgetten leggen we, conform de in de Kaderbrief aangegeven lijn, beslag op de in de begroting beschikbare incidentele ruimte. Die aanpak volgen we eveneens en tot dezelfde omvang voor de in de jaarschijf 2020 geraamde incidentele budgetten. Voor het finaal sluitend maken van de begroting 2019 doen we eenmalig een beroep op de algemene reserve van € 1,2 miljoen.
Tijdgebonden beleids-en dekkingsmaatregelen
De benodigde middelen die zijn opgenomen in het bestuursakkoord 2019-2022 zijn deels tijdgebonden. Dat impliceert dat ze alleen in de nu lopende bestuursperiode voor beleidsuitvoering beschikbaar zijn. De totale omvang van het pakket met tijdgebonden beleidsmaatregelen bedraagt deze bestuursperiode € 12,4 miljoen. Wij stellen voor om de voor beleidsuitvoering benodigde middelen voor in totaal € 10,0 miljoen te dekken uit de algemene reserve. Het gaat hierom vrije ruimte die we vanuit de Essent-reserve naar de algemene reserve overhevelen. Aanvullend daarop stellen wij voor € 0,5 miljoen oplopend tot € 1,0 miljoen gedurende deze bestuursperiode in te zetten binnen de begroting beschikbare ruimte. Het gaat hierbij om het doortrekken van de financieel technische maatregelen uit de bestuursperiode 2014-2018. Na afloop van de huidige bestuursperiode komen deze middelen weer beschikbaar voor het dan aantredende bestuur.
Structurele beleids- en dekkingsmaatrelen
Zoals in de Kaderbrief 2019 aangekondigd resulteerde de in dat verband uitgevoerde actualisatie van het aanvaarde beleid in een extra structurele financiële opgave van € 1 tot € 1,5 miljoen waarvoor nog dekking gevonden diende te worden. Daarnaast hebben we een ambitieus investeringspakket in het bestuursakkoord van € 19,8 miljoen opgenomen. De lasten van dit pakket beleidsvoorstellen hebben een structureel karakter en dienen daarmee van structurele dekking te worden voorzien. De jaarlijkse lasten stijgen van € 0,4 miljoen in 2019 naar € 1,5 miljoen in 2023. Wij hebben daarvoor ruimte gevonden in de begroting 2019 en het meerjarenperspectief 2020-2022. De deelnemers in de GR WPDA hebben besloten tot een structurele taakstelling van € 0,5 miljoen op de uitvoeringsorganisatie WPDA. Deze is cijfermatig niet verwerkt in de begroting van de WPDA. Wij hebben het Asser-aandeel voor € 0,375 miljoen opgenomen. Daarnaast hebben wij geanticipeerd op de kostenontwikkeling in het sociaal domein. Zoals hiervoor toegelicht in de Financiële beleidslijn sociaal domein verwachten wij dat de lasten de komende jaren tussen de € 4 en € 5 miljoen hoger zullen zijn dan de daar tegenoverstaande rijksgelden. In ons bestuursakkoord hebben wij tijdgebonden middelen opgenomen om een omslag te bewerkstelligen. Wij willen deze omslag bereiken door het instellen van het preventie- en transformatiefonds. Ons beleid blijft erop gericht dat de lasten van het sociaal domein het totaal van de te ontvangen rijksgelden niet overschrijden. Om die reden hebben we een opgave sociaal domein in het financiële kader opgenomen.
Vrije ruimte reservepositie
Belangrijk onderdeel in het dekkingsplan 2019-2022 is dat we in deze begroting voor de periode 2019-2022 ter afweging en vaststelling aan de raad voorleggen betreft de inzet van de vrije ruimte in de gemeentelijke reservepositie.
We hebben de reservepositie conform de afspraken in het bestuursakkoord in de aanloop naar de begroting 2019 integraal doorgelicht. De uitkomsten van die doorlichting en het overzicht met de in de reserves aanwezige vrije ruimte zijn samen met de daarop door ons gebaseerde beleidsvoorstellen opgenomen in het hoofdstuk Gemeentelijke reservepositie (onderdeel 8 in het hoofdstuk Toelichting financiële begroting, onder de kop 'Versterken eigen vermogen') De focus ligt daarbij met name op het transformeren en afromen van een deel van de Essent-reserve en het aanwenden van de vrije ruimte die als resultaat daarvan aanvullend voor beleidsuitvoering in de algemene reserve ontstaat.
Belangrijk met het oog op de realisatie van de ambities uit het bestuursakkoord is dat we € 10 miljoen van de beschikbare vrije ruimte gericht en in totaalverband willen inzetten om de ambities in het sociaal domein, op het terrein van de duurzaamheid en in de binnenstad financieel tot uitvoering te kunnen brengen. Wij investeren hiermee duurzaam in de Asser samenleving. Daarom achten wij deze inzet van de reserves verantwoord. Daarnaast doen we een beroep op de ruimte in de reserves om de nog voor 2019 voorziene kostenontwikkelingen in het sociaal domein op te vangen en om de begroting 2019 eenmalig sluitend te maken.
We blijven hiermee binnen de marges die in onze visie voor onze gemeente op grond van solvabiliteit en weerstandscapaciteit in acht dienen te worden genomen.
Septembercirculaire 2018
We hebben de kort voor de afronding van de begroting 2019 door het kabinet gepresenteerde septembercirculaire over de uitkeringen uit het gemeentefonds op hoofdlijnen beoordeeld en doorgerekend. De uitkomst daarvan leidt niet tot grote aanpassingen ten opzichte van de ramingen die we op grond van de meicirculaire in de begroting en de meerjarenprognoses hebben opgenomen. Ten opzichte van dat uitgangspunt neemt de Asser algemene uitkering per saldo met circa € 0,6 miljoen toe. Deze toename is voor € 0,8 miljoen bestemd voor beleidsuitvoering in het sociaal domein en uitvoering van het rijksvaccinatie-programma. Het algemene deel van de algemene uitkering daalt, als gevolg van de werking van de verdeelsystematiek met € 0,2 miljoen De geactualiseerde accressen voor de komende jaren muteren niet of nauwelijks ten opzichte van de prognoses die het Rijk daarvoor in de meicirculaire 2018 heeft afgegeven.
Voor het overige bevat de circulaire een aantal marginale aanpassingen die nauwelijks van invloed zijn op de einduitkomsten van de begroting 2019 en de bijbehorende meerjarenprognose.
Aanvullend incidenteel dekkingsvoorstel
We hebben geconstateerd dat het de begroting 2019 en meerjarenperspectief 2020-2022 met uitzondering van 2019 een positief beeld laat zien. Gezien het feit dat het hier om een éénmalig effect gaat achten wij het verantwoord om de begroting 2019, zoals hiervoor reeds aangegeven, met een éénmalige onttrekking aan de algemene reserve de begroting 2019 sluitend te maken.
Financiële eindresultaten 2019-2022
Samenvattend wordt in onderstaand overzicht het totaal met beleids- en dekkingsmaatregelen voor de begroting 2019 en de meerjarenprognose 2020-2022 weergegeven. Hieruit blijkt dat de begroting 2019 sluitend is en de meerjarenprognose 2020-2022 een positief beeld laat zien. We willen met de begroting 2019 dit ter afweging en vaststelling aan de raad voorleggen.